Onlangs heeft Wouter Koolmees, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, aangegeven dat er overeenstemming is bereikt over de uitwerking van het pensioenakkoord. De details zijn nog maar beperkt gedeeld met de buitenwereld, omdat in ons ‘polderland’ eerst de achterban van werkgevers en werknemers hierover zijn instemming kenbaar moet maken.

Wachten op instemming

Het wachten is op de vakbonden, die zo’n 900.000 leden moeten laten instemmen met pensioenregelingen voor ruim 6 miljoen werknemers. Dit blijft toch een vreemde gewaarwording, dat opeens de sociale partners aan tafel zitten en onder meer beslissingen gaan nemen over verzekerde DC-regelingen. Dergelijke pensioenregelingen zijn van toepassing voor circa 1,3 miljoen werknemers, die hierover civiel-rechterlijke afspraken hebben lopen met hun werkgevers.

Kind van de rekening

Door veel pensioengoeroes is inmiddels commentaar gegeven op de plannen. Wij delen als Pensioenorde vaak deze meningen. Wij willen nog eens benadrukken dat het gesloten pensioenakkoord een aantal weeffouten bevat.

In vele media wordt aangegeven dat het huidige stelsel achterhaald is en dat deze hard toe was aan revisie. Op zich een goede constatering, maar deze is toch voor het grootste gedeelte van toepassing op pensioenfondsen die niet zijn meegegaan in de vaart der volkeren. Onze economie is de laatste decennia sterk gewijzigd. Werknemers blijven niet meer hun hele leven in hetzelfde beroep actief maar wijzigen gemiddeld om de zeven jaar. Gevolg is dat de ‘doorsneepremiesystemathiek’ geheel niet meer aansluit bij de huidige tijd. Immers, jonge werknemers betalen in een pensioenfonds veel ten opzichte van oude werknemers. Daarnaast hebben wij te maken met een kunstmatig lage rente, waardoor nominale aanspraken de laatste jaren boterzacht zijn gebleken.

Deze problematiek is niet van toepassing op de moderne pensioenuitvoerder. Deze werkt met moderne DC-regelingen, die toekomstbestendig zijn en waar er oplossingen zijn voor de renteschommelingen. Waarom worden zij dan het kind van de rekening?

Beperking arbeidsmobiliteit

In het pensioenakkoord mogen huidige regelingen bij verzekeraars ongewijzigd worden voortgezet. Nieuwe werknemers moeten vanaf een bepaalde datum een vlakke premie gaan betalen in plaats van een oplopende premie, volgens een actuariële staffel. Een cruciale fout in het akkoord, want dit gaat voor veel problemen zorgen.

Werkgevers worden hierdoor binnen hun onderneming opgezadeld met meerdere regelingen. Dit is kostenverhogend en foutgevoelig. Daarnaast zorgt het voor onderscheid op datum in dienst. Op zich een toegestaan onderscheid vanuit de wetgeving, maar dit zal zeker de transitie van werknemers naar andere werkgevers gaan tegenhouden. Immers, de kans wordt groot dat als je als werknemer van een stijgende staffel gaat overstappen naar een lagere, gelijkblijvende staffel. Met steeds meer pensioenbewustzijn onder de werknemers zal dit ongetwijfeld de arbeidsmobiliteit gaan beperken.

Twee regimes

Op basis van de kostenverhogingen denken wij dat werkgevers in de toekomst andere keuzes gaan maken. Indien mogelijk gaan zij wellicht stoppen met pensioenopbouw. Dit zal tot een verschraling van de pensioentoezeggingen in Nederland leiden. Waarom kiest onze wetgever niet voor twee fiscale regiems: één voor pensioenfondsen en één voor verzekerde regelingen met de mogelijkheid van stijgende staffels? Hiermee voorkom je beperking van de arbeidsmobiliteit, hou je de kosten gelijk en is er geen compensatie voor bepaalde groepen nodig.

Verplichting en keuzevrijheid

Als Pensioenorde zien wij met lede ogen aan dat er wel wordt gesproken over de toegang van de ZZP’er tot het tweede pijler pensioen, maar dat er nog steeds groepen over blijven die geen pensioen hoeven op te bouwen. Nu wij toch het pensioenstelsel aan het vernieuwen zijn, blijft de vraag waarom we in Nederland niet overstappen naar een algemene verplichtstelling om pensioen op te bouwen. Een pensioenverplichting zonder de verplichting het pensioen te moeten onderbrengen bij een pensioenfonds. Keuzevrijheid in de pensioenuitvoerder maar wel met veel solidariteit.

Wij denken dat de partijen terug moeten naar de onderhandelingstafel om het pensioenstelsel echt te moderniseren. Dan maar een jaar later een nieuw stelsel, want dit nieuwe stelsel moet weer vele decennia gaan gelden.

Johan van Eekhout en Borgert Tegel

Voorzitters Pensioenorde